Wedstrijdverslag World Series marathon Polen
Ruim een maand na een fikse valpartij in Italië reed ik afgelopen zondag mijn eerste wedstrijd weer, een World Series marathon in Polen. Door m’n blessure had ik aardig wat in ingeleverd, dat had ik in de anderhalve week training in aanloop naar de race al gemerkt. Dat maakte de insteek van deze trip iets anders dan normaal, rijden voor een uitslag zou niet realistisch zijn in dit veld en met deze vorm. In plaats daarvan was het vooral de bedoeling om af te zien en te genieten van de altijd dikke trails aldaar. Dat bleek beide geen probleem te zijn!
Donderdagochtend vroeg begon ik samen met moeders aan de trip van 1000km richting Jelenia Góra. Voor zulke afstanden draaien we onze hand niet meer om normaal gesproken, maar het bleek een nogal slepende reis te worden. Talloze files, extreem veel vrachtverkeer en eindeloze ‘Baustelles’ zorgden ervoor dat we er 11 uur over deden. Het eten in een klein, heel goed Italiaans restaurant in de stad nadien maakte veel goed.
Het plein in het centrum van Jelenia Góra
Samen met Remco Smits en zijn vader verbleven we net buiten het centrum, samen met hen zouden we ook de bevoorrading in de posten doen. Na 2 dagen rustig trainen en wat verkennen was het zondag om 11.00 tijd om van start te gaan voor de 87 af te leggen kilometers. Ik werd opgeroepen op de eerste rij, en hoewel ik wist dat ik die positie niet ging vasthouden is het toch altijd een moraalbooster om vooraan plaats te mogen nemen.
Met sirene en politie-escorte verlieten we geneutraliseerd het centrum van de stad, na ongeveer 500 meter werd de koers al vrijgegeven. Hans Becking nam al snel de kop, ik verschool me in het voorste waaiertje om geen energie te verspillen. De eerste paar kilometer gingen over de weg, voordat we de grindberm overstaken naar het fietspad. Daar zaten een paar diepe kuilen in en de gasten die bijna van hun fiets gelanceerd werden hadden dat duidelijk niet gezien. Ik bleef rond positie 10 in de voorste gelederen plakken.
Na een kilometer of 8 kwamen we op het eerste schotterpad, waar het wederom dringen was voor de goeie posities. Het tempo lag best hoog maar ik voelde me eigenlijk nog erg goed. Dat dat ook deels kwam door de zuigende werking van de groep merkte ik al snel toen we begonnen aan het echte klimwerk. Ik voelde direct al dat ik het tempo niet kon bolwerken en koos iedere klim mijn eigen tempo. Dat kostte me veel plaatsen maar het maakte me niet uit, de race was nog 70 kilometer lang en het leeuwendeel van de 2600 hoogtemeters moest nog komen. Er zouden zich ongetwijfeld nog een paar gasten opblazen.
De route was heel anders dan vorig jaar, dus ik wist niet precies wat ik mocht verwachten. Van tijd tot tijd lagen er gelukkig weer hele dikke trails in en dat maakte het klimmen, die zo nu en dan extreem steil waren, dik waard. Het aandeel technische paden was wel veel minder dan vorig jaar, misschien had dat te maken met het aantal mensen dat zich destijds liet vallen omdat ze het niet meer onder controle hadden.
Ik reed ergens rond plaats 30 en in de afdalingen pakte ik mooi weer wat plaatsen terug. In de laatste 10 meter van de eerste lange en technische afdaling had ik alleen een lekke band, en ik was niet de enige. M’n rubber plug kreeg het gat niet dicht, dus ik stond wat langer dan gehoopt langs de kant om het mankement te verhelpen.
Ik kon vrij snel wat plaatsen terugpakken maar bleef daarna hangen op m’n positie, zonder te weten waar ik precies reed. Dat maakte ook niet uit, ik focuste me vooral op m’n eigen race. Er begon inmiddels aardig kleur aan te komen na een uur of 2 op hoog tempo en ik had pas de helft van de hoogtemeters achter de rug. Om de finish op een normale manier te halen sprong ik wat voorzichtiger om met m’n krachten. De afdalingen gingen daardoor ook wat makkelijker en ik was aan het stuivertje wisselen met mannen die ik heuvelaf inhaalde en heuvelop moest laten lopen.
In de snelle finale kwam ik weer een beetje op krachten. De laatste 15 kilometer naar de finish waren bloedsnel over voornamelijk brede paden, op mijn lijf geschreven dus. Ik was in m’n element en loste een deel van de mannen waar ik de vorige fase van de wedstrijd mee samen reed.
Tien kilometer voor het eind passeerde ik de laatste post waar m’n moeder klaar stond met een bidon. Die miste ik alleen, om de tank toch een beetje bij te vullen nam ik nog maar een extra gel. Het bleek niet genoeg en al snel voelde ik me zo slap als een dweil, al het klimwerk had de reserves in de benen volledig uitgeput. Een paar kilometer verder was nog een neutrale post van de organisatie waar ik me gulzig te goed deed aan veel te zoete energiedrank.
Ik zette de tanden nog een keer op elkaar en begon aan de laatste paar kilometer. Om het afzien nog even te verergeren openden de hemelpoorten zich volledig. Het begon keihard te waaien met stoten van zeker 70-80 kilometer per uur en de regen waaide daardoor recht in het aangezicht. Na 4,5 uur passeerde ik de finishlijn, waarna ik linea recta doorreed naar het huisje voor een warme douche. De uitslag was met een 41e (50e overall) plaats nog niet om over naar huis te schrijven, maar door zo diep te gaan zet ik zeker weer een stap richting het WK over drie weken!
LAATSTE NIEUWS
De nieuwe Schwalbe Racing Ralph/Racing Ray: Als een van de eersten mocht ik dit nieuwe dynamische duo onderwerpen aan een duurtest. Dat viel zeker niet tegen, lees snel mijn bevindingen over mijn nieuwe weapon of choice!